Ik heb deze periode een logboek gemaakt over hoofdstuk 4. Het onderwerp was de tweede wereldoorlog. 

Logboek hoofdstuk 4

Wat moet er in het logboek?

- Samenvatting 4.0, 4.1 en 4.3

- Opdracht gastles

- Voorwerp WOII beschrijven

Samenvatting 4.0

Hoofdvraag: Hoe kwam het voor de tweede keer in de twintigste eeuw tot een wereldoorlog?

Na de Vrede van Versailles probeerde Duitsland zijn geldproblemen op te lossen. Duitsland werd daarbij geholpen door Amerika, via het Dawesplan. Amerika hielp Duitsland via leningen en inversteringen. In 1929 ontstond een crisis. Amerika kreeg  geld problemen. Duitsland had geen geld meer om Amerika terug te betalen. Duitsland werd bondgenoten met Rusland en Amerika met Frankrijk. Duitsland viel de Sovjet-Unie aan Waren ze geen bondgenoten meer?en toen kwam er een wereldcrisis.  Hitler maakte een propaganda om de kiezers te bespelen. Hij zette zichzelf neer als een soort God dat hij een leger leidt hij draagt de Duitse vlag. Op de propoganda zie je ook een adelaar. Dit is het wapen van Duitsland. Hitler richtte de NSDAP op. Hij kreeg eerst een minderheid stemmen. Maar na de rijksbrandniet zomaar een brand,denk ik. krijg hij de volle macht en het leek alsof alle Duitsers opeens achter hem stonden. Hitler wilde een antisemitiscme. Dat is de discriminatie van Joden om hun geloof. Alleen Ariërs en blanke Duitsers telden mee. Hitler vond dat Joden niks te vertellen hadden. In 1938 werden synagogen en Joodse bedrijven of winkels gesloopt ( de Kristalnacht ). Hitler maakte Oostenrijk en een groot stuk van Tsjechië-Slowakije bongenoot van zijn Duitse leger. Engeland en Frankrijk verklaarden de oorlog toen hij naar Polen ging. Op 4 september 1939 begon deze tweede wereldoorlog.

Samenvatting 4.1

Deelvraag: Hoe verwerkte Duitsland de Vrede van Versailles?

De generaals raadden in november 1918 keizer Wilhelm II aan om een wapenstilstand aan te vragen. Hij vluchtte weg naar Nederland en de generaals schoven de schuld op anderen af.  Hij kreeg asiel in Nederland en ging daar wonen. Duitsland werd een republiek. Socialisten en liberalen vormden de nieuwe regering en moesten om een wapenstilstand vragen. In Weimar werd de nieuwe grondwet vastgesteld. Daarom heet het de ‘Weimarrepubliek’. Dit is de benaming van deze periode. Het staatshoofd werd een president maar de rijkskanselier, premier en zijn ministers besloten wat er gebeurden en hadden de officiële macht. De gewone Duitse soldaat wist niet dat het juist de generaals waren die op een wapenstilstand bij de keizer hadden gevraagd. De generaals gaven de socialisten en liberalen de schuld van de aanvraag voor de wapenstilstand. Door de communisten konden de Duitse soldaten niet verder vechten. Dit heet de dolkstootlegende. Eerst verzette de nieuwe regering zich tegen de Vrede van Versailles. Toen Duitsland, zijn schulden maar niet terug wilden betalen, bezette Frankrijk het Ruhrgebied. Dit is het belangrijkste industriegebied van Duitsland. De regering riep een staking uit en er werd geld bijgedrukt. Het geld werd steeds minder waard. Op 8 november 1923 pleegden Hitler en Luddendorf een staatsgreep in München. Het mislukte en Hitler moest de gevangenis in. Daar schreef hij een boek. De erfüllingspolitiek is een politiek die invesrteerde in de Duitse economie en de eisen van de Versailles vervullen. Door deze politiek werd Europa steeds optimistischer.

Samenvatting 4.3

Deelvraag: Hoe lukte het Hitler om Duitsland in een nationaalsocialistische staat om te vormen?  

De economische crisis die in Amerika begon had een groot effect op Duitsland. Door het Daweplan kon Duitsland geld lenen van Amerikanen maar de Amerikanen wilden dat nu terug. Er kwamen veel werkelozen en veel mensen gingen geloven in de woorden van Hitler. Hij richtte een partij op : Nationaal-Socialistische Duitse Arbeiders Parti ( NSDAP ). Hitler deed veel om zijn partij te vergroten en maakte propoganda’s. Hij vond dat de Joden de crisis hadden veroorzaakt, hij dacht dat de Joden de Duitse volken te vernietigen.  De naam van zijn partij is ontstaan uit: anticommunisme, anti-democratie, antisemitisme en nationalisme. Dat vormden de ideologie van het nationaalsocialisme. ( NSDAP )

Hitler’s grote voorbeeld was Mussolini. Hij was een dictator van Italië in 1922. Hij vond ook dat er maar een leider en een partij kon zijn. Er was geen vrijheid en politieke tegenstanders werden vermoord of naar strafkampen gestuurd. Deze beweging heet het fascisme. Fascisme is dat je geen vrijheid van meningsuiting hebt en dat één iemand de leider is. Hitler ging nog verder, hij ging door met het racisme tegen de joden. Hitler zag Joden als een minderwaardig ras. Hij noemde Joden het Semitische ras. Hij vond het normaal dat minderwaardige rassen weg werden gedrongen door de betere rassen. De Joden werden de zondenbok en werden als oorzaak van alle problemen gezien.

Opdracht gastles

25-09-1944

Dagboek uit het kamp

In de mannenkampen werden alle mannen tussen de 17 en 60 gedwongen om te werken. Het was zwaar werk en de dagen duurden lang. De mannen moesten spoorwegen aanleggen en de vrouwen maakten het eten. Wel moesten de mannen en vrouwen allebei landbouwgewassen verbouwen. De mensen in het kamp moesten vaak buigen voor de commandant en de vlag. Wanneer ze niet gehoorzamen moesten ze of op hun knieën in de zon gaan zitten ( zij wisten niet hoe lang) of wc’s schoonmaken. De wc’s waren altijd erg vies. De toestanden in het kamp waren dus zeer slecht, zowel bij de mannen- en de vrouwenkampen. Ze sliepen met heel veel mensen in kleine ruimtes. Door een tekort aan voedsel ontstonden er veel hongersnoden in de kampen en kreeg vrijwel iedereen ondergewicht.

Geschreven door, Bas

Voor deze opdracht krijg je een 7. Zou je het wat persoonlijker maken,zoals in een echt dagboek,dan kan je cijfer nog hoger worden.

De tweede wereldoorlog in 100 voorwerpen

Ik heb een bordje gekozen met ‘verboden voor Joden’ erop. Deze bordjes hingen op veel plekken waar Joden niet mochten komen. Hitler wilde dat de Joden niet meer op openbare gelegenheden kwamen zoals in parken, zwembaden, winkels, musea, scholen en nog veel meer. Hitler vond dat de Joden hun eigen wijk moesten krijgen, zo ontstonden de Jodenwijken. In deze wijken woonden alleen Joden en alle Joden moesten vanaf 1942 een ster dragen als teken dat ze Joods waren. Zo’n ster heet een Jodenster. De Joodse kinderen moesten naar Joodse scholen. De Joden moesten naar Joodse musea, zwembaden, parken, winkels, supermarkten etc.

Dit bordje is voorzien van metalen beugels en zo konden ze het makkelijk vastmaken aan lantaarnpalen. Deze bordjes hingen overal waar de Joden niet mochten komen en er stond op ‘ Verboden voor Joden’.  

Op de plaatjes zie je een bord bij het vondelpark, met verboden voor Joden. Op het andere plaatje zie je de metalen beugels waarmee je de borden vast kon maken aan lantaarnpalen en hekken. Het laatste plaatje is een foto van het bordje.

Duidelijke uitleg, Anouk.

Cijfer voor je logboek is 7.7